1 maart 2024
Net als mensen hebben producten binnen afzienbare tijd verplicht een paspoort nodig om te reizen. Daarmee wil de EU circulariteit van producten en grondstoffen bevorderen. Wat houdt dit eigenlijk in? Hoe kunt u als CIO hier op inspelen? Welke rol speelt het Digitaal Product Paspoort hierin? Wat is de samenhang met duurzaamheidswetgeving zoals de CSRD en hoe beperkt u de werklast? De antwoorden op deze vragen vindt u in deze blog.
(Europese) Wet- en regelgeving confronteert bedrijven meer en meer met de verplichting om maatregelen te nemen op het gebied van duurzaamheid. Enerzijds is er de noodzaak om jaarlijks te rapporteren in het kader van de CSRD, anderzijds zijn er ook nog andere richtlijnen in de maak of deels al verplicht. Zo is er momenteel de richtlijn Ecodesign 2009/125/EC die zich met name richt op het terugdringen van energieverbruik. Zijn opvolger is in de maak om niet alleen energieverbruik terug te dringen, maar ook de circulariteit van producten en grondstoffen te bevorderen.
ESPR: minder klimaatimpact door duurzame grondstoffen en circulaire producten
Circulariteit van producten en grondstoffen, het terugdringen van energieverbruik tijdens productie en andere duurzaamheidsaspecten vormen belangrijk thema’s van de Europese Green Deal. Sinds 30 maart 2022 werkt de EU aan een opvolger van de richtlijn Ecodesign Directive 2009/125/EC voor alle producten die verhandeld worden op de Europese markt (met uitzondering van voedsel, veevoer en de farmaceutische industrie): Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR) . Hoewel deze nieuwe richtlijn in eerste instantie voortbouwt op de bestaande lijst van huidige gereguleerde energie-gerelateerde producten (o.a. witgoed, consumentelektronica, zonnepanelen), gaat deze regelgeving vanaf 2030 gelden voor alle producten die verhandeld worden op de Europese markt ongeacht of deze binnen of buiten de EU geproduceerd worden. Daarbij gaat het zowel om halffabricaten die onderdeel zijn van een product of het eindproduct zelf waar de regelgeving op van toepassing is.
De huidige richtlijn heeft Europese consumenten geholpen om kosten op consumentengoederen terug te dringen en de energieconsumptie van deze producten te verlagen. Zo heeft deze richtlijn in 2021 een kostenbesparing in energie van EUR 120 miljard en een 10% lagere jaarlijkse energieconsumptie opgeleverd voor de 31 productgroepen die hieronder vallen. Door de nieuwe wetgeving wil de EU verdere stappen zetten en de milieu-impact van de productie van goederen adresseren en de duur van productgebruik verlengen. Hiermee heeft zij tot doel om duurzamere, circulaire en meer grondstoffen-efficiënte producten in de EU te maken, met als gevolg dat grondstoffenverbruik, milieuvervuiling en de afname van biodiversiteit worden teruggedrongen. Bovendien wordt de EU minder afhankelijk van de aanvoer van deze grondstoffen van elders.
Het Digitaal Product Paspoort: aan de slag met de data
Om inzicht te creëren in deze eigenschappen van een product volstaan de huidige labels en de fysieke verpakking niet. Als onderdeel van de richtlijn wordt het verplicht informatie over het product te verstrekken die digitaal als datadrager beschikbaar is. Dit is het Digitaal Productpaspoort (DPP), een digitale afspiegeling van het product zelf (‘digital twin’). Vergelijk het met het paspoort van een individu - voor producten die over een Europese grens verhandeld worden, kan via het DPP de herkomst en de samenstelling geverifieerd worden. Via een QR-code, barcode, RFID-chip of vergelijkbaar zal iedereen (een deel van) deze gegevens uit kunnen lezen en controleren.
De eerste productcategorieën waar het DPP in gebruik moet worden genomen, zijn die voor batterijen, textiel en schoeisel, en elektronica. In een eerste assessment ziet de EU verder matrassen, rubberbanden, schoonmaakmiddelen, verf en smeermiddelen en ook halffabricaten ijzer, staal en aluminium als productcategorieën met een grote milieu-impact en verbeterpotentieel.
Hoewel in eerste instantie de aandacht uit zal gaan naar het vastleggen van impact op duurzaamheid uit de product life cycle, valt te verwachten dat producenten moeten gaan publiceren over:
Het ligt in lijn der verwachting dat afhankelijk van de rol in de keten bepaalde actors meer of minder toegang zullen hebben tot de beschikbare data.
Voor overheid en autoriteiten helpt het DPP om beter inzicht te krijgen in hergebruik in de productieketen en checks en controles toe te passen die op maat gesneden zijn afhankelijk van het soort industrie. Zo is de overheid in staat om circulair ondernemen eenvoudiger en aantrekkelijker te maken door te sturen op reparatie (‘recht op reparatie’) en gebruik van gerecycled materiaal. Het DPP valt bovendien te gebruiken om te toetsen in hoeverre beleid haar duurzaamheidsdoelstellingen weet te realiseren, doordat het DPP data aanlevert over hergebruik van grondstoffen en materialen.
Voor bedrijven sluit het DPP aan op de plicht om te rapporteren over haar duurzaamheidsmaatregelen in het kader van de CSRD, waar zij eveneens gevraagd worden om kwantitatieve metrics rondom de impact op hulpbronnen, materiaalgebruik en CO2-uitstoot.
In 3 stappen data voor duurzame producten
Essentieel in het inzicht op de milieu-impact en de product lifecycle is de data rondom het product. Elk product moet dus uniek te identificeren zijn aan een identificatienummer. Omdat artikelinformatie hierover al vastgelegd wordt in organisaties, is de uitdaging deze datasets aan te bieden op een wijze dat het veilig decentraal beschikbaar komt. Daar zit voor het DPP de grootste uitdaging, waar nog niet direct een antwoord op is gevonden. Waar kunt u dan beginnen?
1. Gebruik de Bill of materials
Omdat het informatie is over producten die interoperabel en uitwisselbaar moet zijn, is dit het moment voor het informatiemanagement team om te beginnen met de controle wat al bestaat en wordt vastgelegd. Vervolgens kunt u stappen zetten met het opvragen en registreren van de gegevens over de gehele productieketen, in eerste instantie bij collega’s, maar ook in bij de toeleveranciers. Weet wel, er is op dit moment nog geen eenduidige standaard rondom het DPP, hetgeen betekent dat alle huidige vastgelegde informatie in de toekomst nog mee moet veranderen.
Een eerste stap voor producenten is de ‘bill of materials’, oftewel het productontwerp en de materiaallijst, voor een eerste registratie van materiaalgebruik en de samenstelling van producten. Stap-voor-stap valt de informatie die hierbij geregistreerd is verder uit te breiden met de herkomst van materialen en de impact op de leefomgeving. Daarmee is de last voor organisaties om dit te gaan bijhouden mogelijk niet eens zo groot.
2. Leer van best practices: Global Battery Alliance
De Global Battery Alliance heeft de handschoen voor batterijen voor elektronische auto’s opgepakt en presenteerde in januari 2023 op het World Economic Forum een tweetal voorbeelden van digitale paspoorten voor de batterijen van elektrische auto’s. Deze voorbeelden (Battery Passport Pilot) geven goed weer hoe de data rondom dergelijke producten op een visueel aantrekkelijke manier kunnen worden weergegeven.
Meteen is ook inzichtelijk hoe de route en de ESG-waardering van het gebruikte kobalt in de getoonde batterijen zichtbaar wordt: afkomstig uit Congo en in China verwerkt tot de batterij voor een Tesla.
3. Pak uw datalandschap aan
Een derde stap is dat u dit moment aangrijpt om uw datalandschap en -architectuur op orde te krijgen. Mocht u nog niet scherp hebben welke informatie waar wordt opgeslagen, is dit de uitgelezen kans om hier orde op zaken te stellen. Bepaal eigenaren van de productdata in elke fase van het bedrijfsproces en stel uw masterdata vast. Wanneer u dit op orde heeft, verifieer dan of het datamanagement op orde is. Hoe vaak wordt data ververst, hoe staat het met de kwaliteit van de data?
Denk tot slot na over het aanbieden van de data van de verschillende bronsystemen. Hoe valt de informatie aan te leveren op een manier dat dit in de toekomst klaar is voor een product paspoort, welk formaat gaat u hanteren, en op welke wijze geeft u dit vorm?
Conclusie
De praktische invulling om productinformatie te registreren moet vorm krijgen in het Digitaal Product Paspoort. Dit maakt digitaal informatie van producten beschikbaar die decentraal te raadplegen moet zijn, verbonden als datadrager aan het product zelf. Dit geeft zowel marktpartijen als overheid de gelegenheid om te gaan monitoren op indicatoren zoals grondstoffenverbruik en CO2-voetafdruk om te zien of de ambities rondom duurzaamheid en circulariteit waargemaakt worden.
Mocht u als (overheids-)organisatie worstelen met het verzamelen van data rondom het Digitaal Product Paspoort, of heeft u vragen over hoe u deze informatie kunt gebruiken voor uw duurzaamheidsbeleid, of hoe u deze gegevens moet beveiligen, dan staat het Europe Office klaar om u te helpen. Wij begeleiden u in de verregaande digitalisering en digitale transformatie, door het bieden van inzicht, ondersteuning en strategische begeleiding. Zo zorgt u voor een effectievere implementatie van duurzame beleidsmaatregelen en een groenere en welvarendere toekomst voor iedereen.